In opdracht van Rijkswaterstaat, dienst Noord-Brabant, voerde de Hendrik Brunsting Stichting van het Archeologisch Centrum van de Vrije Universiteit (ACVU-HBS) een opgraving en begeleiding uit langs de A2 te Empel. De snelweg doorsnijdt een donk (rivierduin) waarop in de Late IJzertijd en de Romeinse tijd een belangrijk heiligdom lag (fig. 1.1-2). Het doel van het onderzoek was het veiligstellen van eventuele grondsporen en vondsten behorend bij de cultusplaats, waarvan het hoofdgebouw in de jaren negentig is onderzocht. De werkzaamheden bestonden uit het opgraven van een smalle strook grond direct langs de snelweg en hebben plaatsgevonden van donderdag 7 december tot en met woensdag 13 december 2006. De begeleiding bestond uit het onderzoeken van grond afkomstig van het afgegraven talud van de snelweg; materiaal dat oorspronkelijk de bovengrond van het rivierduin had gevormd. Dit onderzoek vond plaats vanaf juli 2007 tot en met september 2007. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van de verbreding van de A2 tussen de Maas en Vught. Relevant in dit kader is in de eerste plaats het aan de westzijde van de A2 graven van een nieuwe sloot die eventuele resten in de ondergrond zou kunnen vernietigen. In de tweede plaats is de deklaag van het talud van de weg verwijderd om dit vervolgens steiler te kunnen maken en plaats te verkrijgen voor extra rijstroken. Hoewel nergens de onverstoorde grond bij deze werkzaamheden zou worden bereikt, was onderzoek noodzakelijk, omdat in het talud vele belangrijke metaalvondsten uit de Late IJzertijd en Romeinse tijd werden verwacht. Amateurarcheologen hadden hier de laatste jaren al vele bijzondere metaalvondsten verzameld. Deze objecten zijn in het talud terechtgekomen toen dit in de jaren zestig werd aangelegd met afgegraven bovengrond van de donk. Voorafgaand aan het huidige onderzoek zijn meerdere archeologische onderzoeken uitgevoerd. Het toenmalige IPP heeft van 1989 tot en met 1991 een opgraving uitgevoerd rond de tempel aan de oost-zijde van de A2. De bouwhistorische en archeologische dienst van de gemeente 's-Hertogenbosch heeft in dezelfde periode het gedeelte van de donk opgegraven dat ten westen van de autosnelweg ligt. RAAP Archeologisch Advies Bureau heeft in 1999 een archeologische kartering uitgevoerd van de omgeving van de snelweg. De projectleiding was in handen van drs. J. van Renswoude. Het veldteam van ACVU-HBS stond onder leiding van drs. Jan van Renswoude en drs. Berno Tops. Het veldwerk is daarnaast uitgevoerd door Ben Rijns, Johan van Kampen en Winfried jozen. Ans van Eenbergen heeft de veldtekeningen gedigitaliseerd. In deze rapportage worden de resultaten van het onderzoek gepresenteerd. De nadruk zal liggen op de metalen objecten uit de Late IJzertijd en Romeinse tijd. Er zijn echter ook veel andere vondsten verzameld en ook deze zullen behandeld worden. De opbouw van het rapport is als volgt: in hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de bekende gegevens omtrent de cultusplaats. Hoofdstuk 3 en 4 zijn gewijd aan de doelstellingen respectievelijk de strategie van het onderzoek. In hoofdstuk 5 wordt de fysische geografie besproken en in hoofdstuk 6 komen de sporen en structuren aan bod. De vondsten worden behandeld in de hoofdstukken 7 tot en met 9. Hoofdstuk 10 betreft de synthese. Hier worden de conclusies en de antwoorden op de vraagstelling gepresenteerd. Tevens worden de nieuwe gegevens bekeken in het licht van het bestaande beeld van de cultusplaats. | 1 |
2010 |
Jan van Renswoude, Joris Aarts, Gerard Boreel en Julie van KerckhoveProefsleuvenonderzoek en begeleiding in het kader van de verbreding van de rijksweg A2, gemeente 's-HertogenboschACVU-HBS-rapport 38 | januari 2010 | ISBN 90-8614-137-1 |